Wat?

Wat is een dierproef?

De definitie van een dierproef is wettelijk vastgelegd en omvat elk gebruik van een dier voor wetenschappelijke of educatieve doeleinden waarbij het dier minstens dezelfde pijn of angst ondergaat als bij een injectie door een dierenarts. Die pijn of angst kan zowel fysiek als mentaal zijn en daarom spreken we over ‘ongerief’

Wat is een proefdier?

In alle EU-landen is er één geharmoniseerde wet die zegt dat proefdieren per definite enkel gewervelde dieren kunnen zijn. Het gaat dus om zoogdieren, vogels, vissen, amfibieën of reptielen. Ook de embryo’s van sommige diersoorten gelden voor de wet als proefdieren.

Om ethische redenen zijn experimenten met mensapen (bonobo’s, chimpansees, orang-oetans en gorilla’s) verboden in Europa. Ongewervelde dieren zoals slakken, insecten of wormen zijn volgende de wet geen proefdieren. Een uitzondering hierop zijn koppotige dieren (octopussen en inktvissen), die toch onder de wettelijke definitie van proefdieren vallen, omdat ze het meest ontwikkelde zenuwstelsel van alle ongewervelde dieren hebben.

Om welke dieren gaat het dan?

En waarom worden ze gebruikt in onderzoek?