Waarom gebeuren er nog dierproeven?
Bijna alle medicijnen, medische toestellen, chirurgische methoden en behandelingen die we in ziekenhuizen gebruiken, werden ontwikkeld met de hulp van proefdieren. Het gebruik van dierproeven is vaak de eerste stap in de ontwikkeling van een nieuwe behandeling.
Dieren in het onderzoek zijn essentieel omdat ze ons toelaten kennis te verwerven die we niet zomaar met een experiment in een proefbuis kunnen bekomen. Zo worden nieuwe medicijnen pas in mensen getest nadat in proefdieren is aangetoond dat ze veilig zijn en werken. Maar ook fundamenteel onderzoek met proefdieren is ook essentieel voor de ontwikkeling van nieuwe behandelingen en chirurgische methoden. Heel wat wetenschappelijke vragen kunnen we beantwoorden aan de hand van alternatieven zoals celculturen en computermodellen, maar helaas is de context van het hele organisme in sommige gevallen essentieel. Dit maakt dierproeven voorlopig onmisbaar in het biomedisch onderzoek.
Enkele voorbeelden uit een lange lijst van medische doorbraken die rechtstreeks te danken zijn aan dierproeven:
Hartklepchirurgie
Anesthesie
Transplantatie
Bloedtransfusie
Nierdialyse
Chemotherapie
Hart-long machine
Diabetes
Tumoren
Bloedkanker
HIV/AIDS
Antibiotica
Brandwonden
Epilepsie
Hoge bloeddruk
Astma
Polio (kinderverlamming)
Mazelen
Klem
Bof
Rode hond
Kinkhoest
Hepatitis
Difterie
Meningitis
COVID-19
Proefdieren hebben niet alleen bijgedragen aan een gelukkiger en gezonder leven voor de mens. Veel van onze ziekten, van kanker tot epilepsie, komen ook bij dieren voor. Tal van vaccins en antibiotica worden dus ook bij dieren voorgeschreven, en wetenschappelijk onderzoek met proefdieren houdt dus ook onze huisdieren (en landbouwdieren) gezond.
Met of zonder?
Leer meer over onderzoek met en zonder proefdieren