De 3 V’s
Eén van de hoekstenen in proefdieronderzoek is het principe van de ‘3 V’s’ dat onderzoekers verplicht het aantal proefdieren te verminderen, proeven te verfijnen om dierenleed tot een minimum te herleiden en waar mogelijk, proefdieren te vervangen door andere methodes.
Verminderen
Verfijnen
Vervangen
De “vierde V” van verantwoordelijkheid
Iedereen die betrokken is bij proefdieronderzoek, zowel onderzoekers als instituten, dient zijn verantwoordelijk op te nemen om het welzijn van proefdieren te maximaliseren en potentieel leed tot een minimum te herleiden. Hiervoor wordt iedereen die met proefdieren werkt opgeleid en dit is sinds 2004 wettelijk verplicht. Alle onderzoekers die een studie uitvoeren met proefdieren moeten, alvorens ze met hun onderzoek starten, aantonen waarom geen alternatieven voorhanden zijn om hun onderzoeksvraag te beantwoorden. Ook moeten ze steeds het aantal dieren die nodig zijn voor het onderzoek statistisch verantwoorden en de mate van “ongerief” (niet alleen pijn, maar ook ongemak) bepalen, en de gepaste maatregelen nemen om het minimum leed van het proefdier te verzekeren.
Dit alles wordt door een onafhankelijke ethische commissie beoordeeld en het onderzoek kan enkel starten mits goedkeuring door deze commissie.
Ethische commissie
De Ethische Commissie ziet er op toe dat dierproeven worden uitgevoerd binnen het wettelijke kader rond ethische toelaatbaarheid. Naast de evaluatie van dierproefaanvragen, staan zij ook in voor het inwinnen van informatie en het adviseren van zowel onderzoekers als beleidsmakers.
Opdracht
De Ethische Commissie heeft als opdracht:
- de evaluatie en goedkeuring van projecten
- het opstellen van ethische criteria rond dierproeven;
- advies verlenen aan onderzoekers, proefleiders en medewerkers over de ethische aspecten van dierproeven;
- een retrospectieve analyse uit te voeren waar mogelijk
Samenstelling
De Ethische Commissie is samengesteld uit ten minste zeven leden. Ieder project wordt dus beoordeeld door minstens zeven experten, waarin steeds de volgende specialisaties vertegenwoordigd zijn
- ethiek
- alternatieve methoden voor dierproeven
- dierengezondheid en -welzijn
- onderzoekstechnieken, proefopzet en statistische analyse
De dierenarts of deskundige belast met het toezicht op de gezondheid en het welzijn van de dieren, alsook een vertegenwoordiger van de Dierenwelzijnscel maken deel uit van de Commissie.
Criteria
Welke criteria worden gebruikt bij de beoordeling van een dierproefaanvraag? De Etische Commissie houdt in het bijzonder rekening met de volgende aspecten:
- de wetenschapsgebieden en wetenschappelijke toepassingen waarvoor de dieren zullen worden gebruikt, met inbegrip van vervanging, vermindering en verfijning op de betrokken gebieden;
- het ontwerp van proeven, met inbegrip van de statistische aspecten;
- de proefdiergeneeskundige praktijk
- de huisvesting en verzorging van de dieren
Geen enkele proef die leidt tot een ernstige mate van pijn, lijden of angst die vermoedelijk lang zal duren en die niet kan worden verminderd, is toegestaan.
De wetgeving rond proefdieronderzoek
22 September 2010 – Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt
Belgische wetgeving
30 november 2001 – Koninklijk Besluit van 30 november 2001 houdende verbod op sommige dierpoeven (laatst gewijzigd op 6 mei 2009)
27 december 2012 – Wet van 1986 houdende diverse bepalingen inzake dierenwelzijn, CITES, dierengezondheid en bescherming van de gezondheid van de gebruikers (laatst gewijzigd op 27 december 2012)
29 mei 2013 – Koninklijk besluit betreffende de bescherming van proefdieren